Het Stedelijk Gymnasium van 's-Hertogenbosch is de rechtstreekse voortzetting van de Latijnse School. Over deze school werd al in de archieven van 1274 gesproken. Het instituut verzorgde het onderwijs in het mondeling en schriftelijk beheersen van het Latijn. Daarnaast werd onder andere de filosofische propedeuse gegeven. Die had je toen nodig om toegelaten te worden tot de universiteit.
De Latijnse School heeft mensen met grote maatschappelijke en wetenschappelijke betekenis voortgebracht. Denk daarbij aan de humanist Erasmus en de geograaf Mercator.
De maatschappelijke ontwikkelingen gingen de school niet voorbij. De stedelijke regeerders kregen toezicht op het onderwijs na de inname van ’s-Hertogenbosch in 1629. De Latijnse School moest zich van toen af aan ontwikkelen in de richting van de Reformatie. Desondanks bleef de school zich richten op de oudheid en zijn hoge taakopvatting. Pas in de Franse tijd deden vakken als geschiedenis en aardrijkskunde - als apart vak - hun intrede. Daarna volgden al snel Nederlands, wiskunde en de moderne talen.